Planten groeien in de zomer hard en nemen veel voedingstoffen op. Dit betekent twee dingen. Ten eerste moeten de aan de grond onttrokken stoffen aan het eind of het begin van het tuinjaar opnieuw aangevuld worden. Organische mest en compost uit uw compostbak brengen dan weer een hoop stoffen voor het nieuwe jaar in de grond. Kalk wordt toegevoegd om verzuring tegen te gaan en lavameel brengt veel zogenaamde sporenelementen in de grond. Het bestuur verkoopt in de zomer diverse meststoffen: koemestkorrels, lavameel, patentkali (K), kalk (Mg), maar ook potgrond en tuingrond. Voor advies en verkoop kunt u zomers in het clubhuis terecht. Verder zijn er bedrijven die op basis van een grondmonster uit uw tuin kunnen bepalen waaraan gebrek is zodat u kunt bijmesten.
Ten tweede betekent de jaarlijkse teelt dat bepaalde planten de bodem eenzijdig uitputten en belasten. Daarvoor is een vierjarige teeltwissel de beste oplossing. U deelt het moestuindeel van uw tuin dan in in vier vakken, en jaarlijks gaan dan de verschillende plantengroepen naar een ander vak doorschuiven. Deze groepen zijn: 1. Nachtschade-achtigen (aardappel en tomaat, zie ook punt 8); 2. Bonen; 3. Kolen; en 4. Overige (blad)gewassen.